VIETNAM 2013

week 1

week 2

Bac Ha – Pho Rang

Twee mooie afdalingen zitten er in deze rit en de nodige klimmen. De eerste afdaling gaat ook nog gepaard met dikke mist, we hebben nauwelijks zicht. Twee en zestig kilometer moesson krijgen we op onze kop. De omgeving is mooi voor zover we er iets van kunnen zien.

Helemaal verzopen komen we in Pho Rang. We moeten eerst remblokken vervangen, ze zijn versleten van al dat remmen bij dat natte weer en dan schuurt het zand de remblokken wel weg.
Over drie fietsdagen hopen we in Hanoi te zijn, maar momenteel staat Hanoi onder water, er is een storm geweest. Hopelijk zakt het water de komende dagen snel.

Pho Rang

We zijn even terug geworpen in de tijd, het is hier Vietnam, maar het lijkt wel China. Het eten is in ieder geval Chinees en ook hier spreken ze geen woord over de grens. We eten vreemde pakketjes, we moeten ze zelf invouwen, eerst een heel dun loempiavelletje, daarover gaat een peperboomblad, de boombladeren met wratten eten we maar niet. Daarover gaat een citroen schijfje en daarover een vleesbrouwseltje en dat pakketje doop je in een heet sausje en dan zijn het lekkere pakketjes. We smullen ervan, thuis zouden we misschien geen peperboomblad eten.

Pho Rang – Lang Dat

88,8 kilometer zeer heuvelachtig

Om 5.00 uur in de ochtend klinkt de eerste marsmuziek door de luidsprekers, in Bac Ha was dat altijd 6.00 uur, iets minder vroeg dus. Na de marsmuziek begint de partijpropaganda, in China hebben we dit nooit gehoord. En dit duurt meestal uren, vandaag hebben we geluk dat de stroom uitvalt, dus een pauze van een half uur, we proberen weer te slapen, maar het gewauwel komt boven alles uit. In de pauze hebben de hanen nog weer kunnen kraaien. Het is nog droog buiten om 5.00 uur, maar om 7.00 uur komt het water alweer met bakken uit de hemel. Om 7.30 uur vertrekken we voor de lange heuvelachtige tocht van vandaag en na 15 minuten is het droog, we hebben 88 kilometer geen regen meer gehad. We zijn blij als we om 15.00 in Lang Dat zijn, het was een slopende dag. De route was prachtig, rijstvelden, theeplantages en veel houten huizen met daken van palmblad.  Een kwartier na aankomst komt het water weer met bakken uit de hemel, de weergoden zijn ons vandaag zeer goed gezind.

In deze omgeving worden de overleden Vietnamezen in de rijstvelden begraven, overal staan grafzerken middenin de velden.

We volgen deze dagen de Hong Song (in China heet deze rivier, de Rode Rivier).

Het eten van vandaag onderweg is weer erg spannend, vissoep, zoutig en gronderig en iets zoetzuurs en dat blijkt bij navraag pens te zijn en kip met rijst. De kippen worden hier niet uitgebeend, ze worden met grof geweld aan stukken gehakt, de splinters peuter je er gewoon tussenuit. De Oma van het eetcafé werkt niet mee, die ligt half op een stoel sirih te kauwen, een soort noten met kalk, boomblad en boombast, je houdt geen tanden meer in de mond, wat er nog over is aan tanden is roetzwart en de mond rood. De Oma vindt het helemaal geweldig wat ze doet, ze legt mij uitgebreid uit hoe het werkt, het heeft een stimulerende werking. Doe ons maar een biertje aan het einde van een fietstocht.

Vandaag hebben we weer abnormaal veel honden op de route, 3 - 4 per huis is heel normaal, de hondenslager is hier nog niet langs geweest met zijn karretje. De Dazzers hebben we nog niet nodig gehad, de honden kijken ons meestal onnozel aan. Als er honden een beetje grimmig kijken dreigen we met de hondenslager, maar als we die slagers zien rijden met de brommer met een mand met honden achterop hebben we hier spijt van, zo moet het natuurlijk niet.

Verderop onderweg in het dorp Duc Thuong zien we gestrekte honden te koop liggen, het is het dorp van de hondenslagers.

De afgelopen nacht sliepen we in het hotel Hank Hoa Vien in Lang Dat, een vergane glorie hotel met een arrogante valse heks als bewindvoerder. Al bij de eerste stap zien we dat deze vrouw niet pluis is, maar als je moe bent na een lange hete fietstocht en eindelijk een hotel met airco hebt gevonden ga je niet onderhandelen en word je dus afgezet. Han vraagt achteraf nog wel geld voor het eten terug omdat dit slecht en goedkoop voer is, en dat lukt Han ook nog. Het eten bestaat uit oude opgewarmde varkensvleesbrokken en witte rijst met sojasaus. Als ze de volgende ochtend bij ons ontbijt (van taai stokbrood en La vache qui rit, het puntje smeerkaas met de lachende koe) quasi vriendelijk staat te lachen, minachten we haar, vooral omdat ze ook nog eens in ons bijzijn tegen het personeel loopt te blaffen. Ze wordt uiteindelijk wel nerveus van ons en bij ons vertrek stopt ze ons bananen en flessen koud water toe, ze heeft de hint hopelijk begrepen.
Maar niet alle Vietnamezen zijn gelukkig zo, onderweg krijgen we regelmatig thee of gekoeld water aangeboden, de meeste Vietnamezen zijn gewoon erg aardig.

Ergens bij een café onderweg drinken we thee en daar horen we een varken enorm krijsen. Han zegt: “die is zo wel stil”. Maar even later komen twee mannen met het krijsende varken onderste boven aan een stok naar buiten. De mannen zeggen dat we even moeten wachten en ze maken een killing gebaar, maar wij zitten snel op de fiets, dit slachten gaat vast met veel geweld gepaard en daar willen wij geen getuige van zijn, de mannen hebben er veel plezier om, bovendien hebben ze behoorlijk gedronken. Vanavond maar vegetarisch eten.

Co Tiet – Hanoi

Als we om 7.00 uur in Co Tiet op de fiets stappen is het al 29 graden en het wordt nog veel heter in de loop van de dag. In de middag komen we aan in Hanoi na vier lange fietsdagen vanuit het Noorden van Vietnam. Nog nooit hebben we zoveel brommers gezien als in Hanoi, we manoeuvreren hier met de fiets tussendoor, ze komen echt van alle kanten en niemand kijkt uit. Na 1142 fietskilometers stappen we van de fiets en laden voor de laatste keer onze tassen af, zo gaat dat altijd. Opeens is het dan de laatste fietsdag. We zijn in Hanoi en het water is weer gezakt. We eten in een grote hal in de buurt van ons hotel voor 7,00 euro, het is er gezellig en er zitten alleen maar Vietnamezen, bij onze buren, het Hilton hotel drinken we daarna koffie met whisky voor 12,00 euro, hoe decadent kan een fietser worden. 

Ha Noi

extreme hitte

Een dag wandelen door Hanoi met 36 graden is vermoeiender dan 80 km fietsen met 36 graden. En helemaal gek word je van die brommers en scooters, er zijn er teveel en ze komen van alle kanten op je af, als je er tussen fietst ga je met de flow mee, maar er tussen lopen is een hele klus. Hanoi is wel bijzonder, vooral omdat het de hoofdstad is van het land Vietnam, maar je waant je toch regelmatig in een dorp ergens achteraf. In de oude wijken zit iedereen nog steeds langs de straat te eten op kleine krukjes zoals in China. Op de markt ligt het vlees, ook met 36 graden gewoon open en bloot te koop, het wordt thuis natuurlijk meteen geconsumeerd, maar bij ons zou dat niet kunnen. Wij komen uit supermarkten met diepvriestassen met vlees erin. De Joodse keuken zou hier van griezelen, groente, fruit en vlees op één grote hoop. Vissen, kikkers, slangen en slakken, alles zit bij elkaar in bakken.

Deze avond hebben we kippensoep besteld en nu ik er met mijn stokjes kippenvlees uit wil hengelen heb ik meteen de kop van de haan te pakken, de kuif zit er nog aan, hij begint nog net niet te kakelen. Ik kluif de kop niet af, hij gaat in een kommetje. Ook hier in dit Vietnamese straatrestaurant wordt alles wat niet gegeten kan worden op de grond gegooid en na het eten komt de bediende met de bezem, net als in China.

Overal is veel Chinese rommel te koop en er zijn veel goedkope souvenirwinkels. Maar er zijn ook prachtige galerieën met moderne kunst, daar kunnen we ons hart ophalen, helaas voor ons onbetaalbaar.

Met de GPS vinden het keramiek stadje Bat Trang, het ligt 13 kilometer van Hanoi. De weg gaat over een smal dijkje langs de Song Hong. De Rode Rivier is een rivier die door China en Noord-Vietnam naar de Golf van Tonkin stroomt. De totale lengte is 1149 km; daarvan ligt 639 km op het grondgebied van de Volksrepubliek China en 510 km op het territorium van Vietnam.

We ontmoeten in Bat Trang een jonge jongen en we vragen naar de houtovens, maar zoals in de Lonely Planet vermeld staat klopt het niet meer, de hout en kolen ovens werken hier al 20 jaar niet meer. Alles gaat nu op gas. De Opa van de jonge jongen heeft nog één oude oven kunnen redden en hij maakt hier nu een museum, Opa is daarnaast een geweldig goede fotograaf en er hangen hier veel van zijn mooie werken. Opa’s droom is fietsen van Hanoi naar Ho Chi Min stad. Er wordt ons een traditionele Bat Trang maaltijd aangeboden. Ze hebben hier het werken met keramiek lang geleden geleerd van de Chinezen, maar momenteel is de export hier teruggelopen vanwege hoge export heffingen, dat betekent niet dat ze hier geen keramiek meer maken, het stadje leeft van de keramiek. Het oude stadje heeft prachtige kleine steegjes met binnenplaatsjes met bonsaibomen. Onze hele dag gaat op aan Bat Trang. Als we terugfietsen is het kwik opgelopen tot 40 graden, in Japan is het momenteel 41 graden, de hoogst gemeten temperatuur ooit. De tyfoon Utor die nog steeds raast is er de oorzaak van dat het hier in Hanoi momenteel zo extreem heet is, het is nog niet duidelijk wanneer en waar deze aan land komt, dus dat blijft nog wel spannend.

Op de terugweg gaan we weer over de brug over de Song Hong waar geen fietsers over mogen, drie politiemannen beginnen te schreeuwen dat we moeten stoppen, maar we fietsen snel door in de hoop dat het vandaag te heet is om voor corruptiegeld achter ons aan te gaan en dat lukt, ze volgen ons niet. Bovendien moeten we de Long Bien Bridge nog fotograferen vanaf deze brug, dus we moeten hier wel over. De bouw van de Long Bien Bridge duurde in totaal drie jaar, van 1899 tot 1902. Maar pas in 1903 reed de eerste trein over de brug die ontworpen is door Gustave Eiffel. Aan de bouw van de brug, die uiteindelijk 1800 meter lang zou worden, werkten ruim 3000 Vietnamezen. De brug had tot 1954 de naam Paul Doumerbrug, naar Paul Doumer, een Franse afgevaardigde in de Unie van Indochina en later de president van Frankrijk.

De brug speelde een belangrijke rol in de Vietnamoorlog. De Amerikanen bombardeerden de brug, waardoor de spooraansluiting met Hải Phòng was verbroken. Na de oorlog is de brug hersteld en zijn sommige delen van de originele brug bewaard gebleven.

Ho Chi Minh

Daar ligt hij dan, Ho Chi Minh, alsof hij gisteren is overleden. Merkwaardig en indrukwekkend, hij ligt hier gemummificeerd in een glazen sarcofaag, er staan vier militairen rondom de verhoging waarop hij ligt.

Om half negen staan er al  lange rijen voor het mausoleum van Ho Chi Minh, het is dan al 31,33 graden. Door een dikke smokdeken zijn we hier naar toe gefietst, het is zwaar bewolkt. In het park rondom het mausoleum staan parameters van de luchtverontreiniging van dit moment.

Luchtdruk 1000,2 pHa, Luchtvochtigheid 76,77, Koolmonoxide 1442,53 µg/m³, ozon 103,69  µg/m³, etc, etc, luchtkwaliteit index 58, je zou misschien denken, het valt nog mee, maar je proeft de uitlaatgassen in je mond.

Hồ Chí Minh (Nghệ An, 19 mei 1890 - Hanoi, 2 september 1969), geboren als Nguyễn Sinh Cung en ook bekend als Nguyễn Tất Thành en Nguyễn Ái Quốc, was een Vietnamese communistische revolutionaire leider die premier (1945-1955) en president (1945-1969) was van de Democratische Republiek Vietnam (Noord-Vietnam). Hij speelde een sleutelrol in de stichting van de Democratische Republiek Vietnam in 1945, alsook in die van het Volksleger van Vietnam (PAVN) en de Vietcong (NLF of VC) tijdens de Vietnamoorlog.

Na dit bezoek fietsen we rondom het Tay Ho, het grootse meer van de stad, we hopen dat het hier frisser is, maar ook over het meer hangt een dikke smok, in dit soort steden en met dit weer valt er aan smok niet te ontsnappen. Op een eetboot lunchen we tussen allemaal drinkende en etende Vietnamese mannen. Noord Vietnam heeft een bijzondere eetcultuur, net als in China draait hier veel om eten en niet te vergeten, veel drinken en het sociale gebeuren rondom eten en drinken, ook tijdens de lunch.

Het goede nieuws is dat de tyfoon is afgebogen naar Zuid China, de tyfoon is over Hong Kong in China aan land gegaan.

Vanwege de hitte gaan we vroeg op pad om bubbelplastic en tape te zoeken om de fietsen mee in te pakken. In de oude wijk is het te koop.

In het Vietnamees Historisch Museum is het redelijk koel, maar als we het museum daarna verlaten vluchten we snel onze koele hotelkamer in, de hitte buiten is extreem. Op onze kamer pakken we in alle koelte onze fietsen in, onze stalen rossen hebben ons 1234 kilometer vergezeld op deze bijzondere Aziatische reis.